De brandweer stopte voor de deur van Discom. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik, ‘Ben je verkeerd? Moet je hier wel wezen?’. De commandant keek verbaasd in het rond, ‘Er is gebeld van GM vandaan dat er brand zou zijn op een sleepboot die op de kant ligt voor hun kantoor’.
‘Dan moet het hiernaast zijn daar ligt een sleepboot op de wal’ zei ik en we liepen naar het pand naast ons. Niemand was er aanwezig maar vlammen en een enorme rookzuil steeg op uit een persbuis die rechtop achter de sleepboot stond. Met een poederblusser was het binnen enkele tellen geblust. Witte rook steeg op uit de pijp en een van de brandweer mannen maakte nog een grapje: ‘ we hebben een nieuwe paus, maar waar zijn nu de priesters, het personeel?’
‘Daar komt er een aan, hij ziet helemaal rood van de inspanning,’ zei de commandant, ‘Ken jij hem misschien?’ Ik zag dat het de eigenaar was. ‘He, hè, nu ben ik toch te laat, ik ben door die griebes bij jouw achter heen gegaan om te zeggen dat je niet de brandweer moest bellen maar ik zie dat je hen al gewaarschuwd hebt’. Zuchtend en blazend van de inspanning liet hij zich neervallen op een stapel pallets. Via braamstruiken en brandnetels was hij naar de dijk gegaan en halverwege terug gekeerd want de brandweer kwam er al aan. ‘Ik heb helemaal niet gebeld, ik had niet eens in de gaten dat er brand was,’ zei ik. Onder het genot van een pilsje deed de commandant uit de doeken waar de melding vandaan gekomen was, men dacht dat de sleepboot in de fik stond.
‘Dat wilde ik nu net aan Leen gaan zeggen. Mijn poederblusser weigerde en ik wilde voorkomen dat jullie voor niets zouden uitrukken’, zei de man. ‘Geen punt van maken’ zei de commandant, ‘We worden er voor betaald en krijgen van jouw nog een pilsje toe’

Hamer kwijt

We werkten alweer enkele maanden in de nieuwe loods toen op een dag Toni zei: ‘ik ben al enkele dagen mijn hamer kwijt. Weet jij soms waar die gebleven kan zijn?’ Ik had hem niet gezien en hoe we ook zochten we konden hem niet vinden. ‘Ik bestel wel een nieuwe’, zei ik ‘Vinden we hem alsnog dan hebben we een reserve hamer’. Twee weken later vertelde Joop dat er van een klant in Schotland een klacht was binnengekomen dat er een demper was geleverd die een verschrikkelijke herrie maakte. ‘Weten jullie wat de oorzaak ken zijn?’ vroeg hij. Als we dat zouden weten was de demper weggegaan met een rammel en dat hadden we niet gemerkt. ‘Ik laat hem wel terug komen’ zei Joop dan kijken we wel wat er aan de hand kan zijn.’ Drie dagen later arriveerde de demper en na enkele uren wisten we wat er aan de hand was. Via de inlaatpijp keken we naar binnen en daar lag Toni zijn hamer. We probeerden hem er uit te halen maar het lukte niet via de inlaatpijp. Toni heeft drie elektrode aan elkaar gelast en met die lange elektrode heeft hij de kop van de hamer aan het resonantieschot vast gelast. De steel zal in de loop van de jaren wel verbrand zijn.

Meters maken

‘Er komt een jongen bij ons werken via het arbeidsbureau, wil jij hem opvangen, hij moet nog veel leren maar met een beetje goede wil kunnen we er best wat van maken,’ zo kwam Joop op een dag de loods binnen, ‘Hij heeft wel geen technische opleiding maar kijk maar of je er wat aan hebt.’ Drie dagen later stapte er een kleerkast de loods binnen. ‘Ik moet me melden bij een zekere Leen,’ zei hij. ‘Die heb je nu gevonden, waar ken ik je mee helpen?’ vroeg ik. Nadat hij me vertelde wie hij was en wat hij kwam doen werd hij aan een oudere collega toevertrouwd die hem als maatje allerhande karweitjes liet doen. ‘Hans, je moet even twintig strippen knippen van 30 x 3 en 300 lang. Die was compleet algebra voor hem. Na enkele dagen vertrouwde hij mij dan ook toe dat hij absoluut niets van cijfers of rekenen af wist. We probeerden het wel, er werd zelfs een soort eenvoudige liniaal op de schaar getekend maar, echt, hij kon gewoon niet tellen.
De jongen wilde alles doen maar het moest niets te maken hebben met getallen of cijfers. Bij het getal 5 stopte het bij hem. Voor de rest was het een leuke spontane knul, niks verlegen om zijn ‘handicap’, in het weekend draaide hij gewoon mee met zijn kameraden. Het enigste was misschien dat hij in de war raakte met het aantal pilsjes die hij dronk, het waren er nooit meer dan 5. Wel had hij een eigen cel op het politiebureau cel nummer 3, dat wist hij precies. In overleg met de directie werd besloten om hem mee te laten lopen in de lasopleiding die Wout Bunt opdat moment verzorgde bij Discom. Uren zat Hans te lassen, geduldig werd hem uitgelegd wat de bedoeling was. De stand van de knoppen werd uitgetekend op een vel papier welke hij angstvallig bewaarde in zijn kledingkast. En inderdaad de uren die Wout en Wim erin besteedde begonnen vruchten af te werpen. Het werd een regelmatige las, het begon wat te worden. ‘Kan ik het nu, word ik al een lasser?’ vroeg hij op een morgen. ‘Het begint al wat te worden maar je moet nu meters maken’ zei ik. De uitdrukking meters maken is een algemeen bekend begrip als je het heeft over lassen maar Hans was er niet bekend mee. Waarschijnlijk heeft hij de hulp van een ander in geroepen bij het knippen want een half uur later zag ik hem voorbij rijden met een kruiwagen vol met strippen. ‘Wat ben je aan het doen Hans?’ vroeg ik hem in het voorbij gaan. ‘Ik heb strippen geknipt van een meter lang die ga ik nu aan elkaar lassen…’

Saka Zoeloe

De titel muziek van een televisie serie scoorde hoog in de tip parade. Het was een serie die zich afspeelde in de binnenlanden van Afrika. Het ging over leven van de slaven die werden verkocht, mede door onze voorouders, naar de plantages in Amerika. Die titelsong werd wel 3 maal per uur gedraaid op de radio. Een van onze collega’s had een verschrikkelijke hekel aan dat plaatje, terwijl andere het juist een leuke plaat vonden. Kwam nu die plaat op de radio dan werd de volumeknop helemaal open gezet, het daverde door de loods en bijna een ieder brulde Saka Zoeloe mee. ‘Leen, wil jij eens proberen hier war aan te doen’? vroeg Toni op zekere dag ‘ Ik heb het op alle mogelijke manieren geprobeerd maar ze pesten me er steeds mee, ik ken er niet tegen, vandaag of morgen sla ik de radio van de plank af als ze die plaat weer zo hard zetten.’ Ik probeerde het wat te sussen maar hij was niet voor rede vatbaar. ‘Als je de radio er vanaf slaat kost het je wel een nieuwe, het is mijn radio’ zei ik nog tegen hem.
Het was een paar dagen later, Toni had verschillende malen gevraagd de radio niet harder te zetten, toen ik een collega via het materiaalrek naar de radio zag sluipen. Na het nieuw zou Saka Zoeloe wel weer komen. Ik waarschuwde Toni nog om niet te reageren maar hij kon zich niet inhouden. Het volume ging helemaal open, Saka Zoeloe knalde door de loods, Toni keek op zag zijn collega met een grijs van oor tot oor wegrennen en met een worp als van een discuswerper vloog de lijmklem, die hij opdat moment in zijn handen had, door de lucht.
Blauwe vonken, een knal en veel stof was het gevolg. De radio zweeg, verwondering alom, deed dat nu die man die nooit boos werd, die altijd in was voor een geintje, hij plaagde toch zelf ook wel eens? Dit was nu de welbekende druppel die de emmer doet overlopen. Plagen is een ding maar als plagen echt pesten wordt kunnen er onverwachte dingen gebeuren.

Vruchtenpuntje

Al jaren bracht Marco gebak mee als er iemand jarig was. Zijn vader was toen bakker en de kwaliteit was uitstekend. Daar kwam nog bij dat als Marco gebak meebracht hoefde je zelf niet te halen. Nu hield Toni niet van slagroom gebak en voor hem bracht Marco altijd een vruchtenpuntje mee. De bakker wist, bij het gebak voor Discom moest een vruchtenpuntje zitten. Het was altijd een sport voor Toni om dat vruchtenpuntje te krijgen. De jongens probeerde het altijd weer om Toni op de kast te krijgen door juist dat gebakje te pakken. Na een aantal keren gaf Toni het maar op: ‘nee, ik hoef geen gebak’ zei hij als het vruchtenpuntje er al uit was.

Helaas is Toni op jonge leeftijd ernstig ziek geworden en na een ziekbed van enkele maanden is Toni overleden.
We zijn op het kerkhof in Dordrecht met alle collega’s afscheid wezen nemen van hem. Een collega, slechts enkele jaren ouder dan de meeste van ons die er toen werkten.
Het zal een dag of twee later geweest zijn dat er een collega jarig was en de bakker gezorgd had voor een doos gebak met daarin een vruchtenpuntje. Het vruchtenpuntje bleef over.

Als ik, of collega’’s van die tijd, een gebakje gepresenteerd krijgen en er liggen vruchtenpuntjes op de schaal of in de doos gaan de gedachten weer naar Toni.

Uitstapjes

Hoeveel uitstapjes dat er zijn geweest in de afgelopen jaren weet ik niet meer precies. We zijn wezen zeilen, skiën, kanoen, door cowboys gevangen, met de paardentram en zelfs waren we in de roze buurt van Amsterdam.
Sommigen blijven me beter bij staan dan de andere. Zelf vond in het kanoen op de Lesse een van de leukste uitstapjes terwijl andere misschien een ander uitstapje gezelliger vonden. Ik ken me nog van die dag herinneren dat er een koppel ruzie kreeg al tijdens de busreis naar Winterberg en twee dagen lang niets anders deden dan schelden op elkaar. Voor hen zal het niet een van de leukste uitstapjes zijn geweest. Op de Lesse was er ook een stel die om de haverklap mot hadden. We lagen met onze kano naast Bas afgemeerd aan de oever van het water. ‘Moet je opletten, ‘ zei Bas ‘Als er iemand langskomt moet je wijzen naar de twee bergbeklimmers daarboven op die steile rots. Opdat moment kwamen Marcel en Alice langs de rotspunt gevaren Ze waren al tien keer omgeslagen met hun kano en op het moment dat ze langs ons heenvoeren riep Bas: ‘moet je eens daarboven kijken hoe hoog die bergbeklimmers zitten.’ De twee in de kano keken tegelijk naar boven en tjoep daar draaide de kano voor de elfde keer zich om. ‘Kijk dan niet naar boven’ riep Marcel, ‘Daar heb je het alweer, als jij niet stil zit flikkeren we om’.’ Hij had niet in de gaten dat hij zelf ook omhoog keek. Op zo’n vijf kilometer voor het eind van de tocht was er een waterval. We kwamen er als eerst aan en zijn er als laatste weggegaan. Je zag van alles voorbij komen, kano’s zonder mensen, mensen zonder kano, pedels en bagage. Het zou te ver gaan om alle voorvallen hier op te noemen maar ik zal een paar kernwoorden geven dan komen de herinneringen en verhalen vanzelf. Sjaak heeft vrienden onder de indianen. Bierpullen gooien. Kano verdwijnt onder water met een vertegenwoordiger.
Hoepelen en steltlopen. Dertig man in een paardentram. Japans eten in kimono. De Efteling en de overnachting. Een vent klem in een kano. Mossel eten. Tennis kampioen. Zeilen in Loosdrecht.

Dit bedoel ik met terugblikken, leuk dingen herinneren.

Verhuizen

Zo komen we haast ongemerkt aan bij de verhuizing. De eerste verhuizing deden we nog zelf, een paar keer heen en weer met de Kadett en de aanhangwagen, twee keer een bakwagen van de Baltax en we waren over. Bij de verhuizing naar Baanhoek kwam er al meer organisatie aan te pas. Op vrijdag inpakken en op zaterdag over. Met een club van een man of tien en enkele vrachtauto’s werd toen de klus geklaard.
Anno 2000. Er werd een verhuiscommissie ingesteld die in grote lijnen de verhuizing moest regelen. Weken van tevoren werden er afspraken gemaakt met transporteurs. Tot in de puntjes werd alles geregeld hoeveel mensen er op welke dag, waar aanwezig moesten zijn. Maanden van tevoren werden er al spullen in kisten en kratten verpakt. Lasschotten werden gemaakt en in een groene kleur gespoten. Oude werkbanken en rollerbanken werden blauw gemaakt. Alles kreeg een nieuwe kleur. Blauw, groen en gele kranen. Van alle kanten kwamen er opmerkingen. “Geen gezicht straks, dat staat toch niet in een fabriek” Iedereen had wel wat aan te merken. En dan komt de dag, alles wordt in een paar dagen ingepakt en over gereden naar Alblasserdam.
Weer een gedeelte wat wordt afgesloten. Terug kijken. We zaten hier toch best. Wat gaat er nu gebeuren in Alblasserdam?
Kerst 2000. Niks geen Kerstlunch, werken. De loods moet worden ingeruimd. Nieuwe stellingen moeten er worden geplaatst. Het was van te voren goed gepland. De ene stelling op Baanhoek uitruimen en inpakken op pallets en randen, overbrengen naar Alblasserdam en bij het inruimen op de nieuwe stelling direct tellen voor de balans. Mooi niet waar. Beslissing te laat genomen. De toeleverancier gaf een levertijd op van twee weken. Stellingen die raap je zo op werd er gezegd. Zet de leverancier maar onder druk De stelling moest twee weken voor de Kerst nog door de toeleverancier in Spanje besteld worden. Ik zag de bui al groeien, die stelling wordt pas na de Kerst geleverd. Navraag bij de leverancier leverde nog een lichtpuntje op, de chauffeur op de vrachtauto was een Hollander en die wilde met de Kerst ook thuis zijn. Een dag na de Kerst arriveerde de stelling. ”Toch nog geluk gehad, we kunnen op gaan bouwen en de stelling inruimen”. Vier uur later was de hoop vervlogen toen we er achter kwamen dat er niet een ligbord was meegeleverd. Daar stond ik dan tussen de pallets met flenzen. “Op Oudejaarsdag komen ze van het accountantskantoor steekproef nemen”. Tellen!
Regeren is vooruit zien. Goed plannen kan veel werk besparen. Maar ijzer is niet met handen te breken. We zijn verhuisd en in de eerste week van 2001 starten we weer. Nova Cura.

Als je Discom beziet door een toneelkijker dan zou je kunnen zeggen dat dit het einde is van het derde bedrijf.


Niet alles zal zijn als het geweest is. Vernieuwing brengt soms veranderingen met zich mee waar we niet bij stil hebben gestaan.

Dat geldt voor een ieder maar ik ben ervan overtuigd dan als we terug kijken na een aantal maanden of jaren dat er weer een verbetering is gekomen. Nu ben ik degene die toevallig het langst in dienst is van Discom en ik heb dus daar de meeste veranderingen meegemaakt maar als je me het eerlijk vraagt zijn de veranderingen steeds verbeteringen geweest. De veranderingen die geen verbeteringen waren worden als vanzelf in een later stadium terug gedraaid.

Wat is er in die jaren niet veranderd?

We werkten de eerste maanden met ons tweeën. We zaten in november met 58 man in een kimono bij de Japanner. Daarvan staan er ongeveer 30 op de loonlijst. Dat is nogal een uitbreiding van personeel. Natuurlijk ging het niet altijd van een leien dakje. We telden 46 mensen die in de 23 jaren dat Discom nu bestaat, op de loonlijst hebben gestaan. Veel personeel verloop? Twee mensen per jaar gemiddeld die een andere baan gezocht en gevonden hebben.

Wat is er in die jaren niet veranderd?

Een boormachine, draaibank, beugelzaag een laskar en wat hand gereedschap daar zijn we mee begonnen. Wat spijkers in de muur waar we het gereedschap op vrijdag op terug konden hangen. Een paar pakken elektroden die we voor een prikkie konden overnemen van de oudijzer boer. Een doosje met boren die steeds korter werden.

Wat is er in die jaren niet veranderd?

Een balk boven in de loods waar een 2-ton’s handtakel aan hing waarmee we de auto’s mee losten. Na een paar jaar werd deze vervangen door een elektrische kraan van 3 ton die nog niet eens voor of achteruit kon rijden.

Wat is er in die jaren niet veranderd?

Een loods van 30 x 20 meter met een vloer van tegels die iedere keer opnieuw goed moesten gelegd.

Wat is er in die jaren niet veranderd?

Werkkleding moest je zelf meebrengen. Stofkapjes? Gehoorbescherming? Veiligheid?

Wat is er in die jaren niet veranderd?

De Pepermolen? Uitstapje? Pensioen? Functioneringsgesprekken? Eindejaarsgesprekken? Kerstlunch? Nieuwjaarsreceptie?

Wat is er in die jaren niet veranderd?
Het was toen toch gezelliger? Je had meer begrip voor elkaar, toch??

Ik dank je de donder, gezellig in de vorst staan werken in de loods omdat de kachel het weer niet deed, met stukken ijzer lopen sjouwen omdat de kraan niet daar kwam waar je moest zijn. Met -10 graden buiten in de ijzige wind een schoorsteen op een schip afbreken en met +30 graden in de machinekamer staan sleutelen. Zo kan ik wel doorgaan. Gezellig vroeger, ja, ja!! Bij een kop koffie er over praten, dat kan gezellig zijn.

De veranderingen die er in de loop van de jaren zijn geweest leiden tot veel gemakkelijker en plezieriger werken. Gelukkig vergeet je de minder prettige dingen snel en blijven de leuke gebeurtenissen langer hangen. Ik zou niet meer terug willen naar de begin jaren van Discom, hoe onwaarschijnlijk het je ook voor komt omdat ik het nogal eens over vroeger heb.

De verhalen van vroeger lijken nu leuker. Bij het begin van dit boekje kwamen de verhalen nog als vanzelf op het scherm en de laatste tijd is het net alsof er geen leuke verhalen meer waren. Niets is minder waar, 20 jaar geleden beleefde je alles op een andere manier. Met vijf man aan boord, wat er ook gebeurde, je wist het. Die verhalen zijn steeds herhaald, het mooie ervan onthouden en de rottige dingen vergeten. Dat is volgens mij de reden.
Ik hoop te beleven dat een ander, over pakweg 20 jaar, als ik gezellig bij de kachel zit, ook nog eens een boekje opendoet over de beginjaren van 2000 en aan het eind hetzelfde als ik nu zegt:


Neem nu maar van mij aan, ’vroeger‘ is alleen maar het terughalen van de leukste ogenblikken, anders niet.

Of zo als een jongere collega jaren later als sign onder zijn email schreef:
Elke minuut dat je je drukt maakt om je verleden, gaat af van je toekomst 12-11-08.JB

Vervolg Baanhoek
Designed 2016 by Leen.zelf
Pagina van L1 en A3 van Wingerden
Brand

Dit bedrijf had een activiteit waarbij ze door verhitting rubber binnenvoering uit persleidingen verwijderden. Ik denk niet dat dit gebeurde met goedkeuring van de milieudienst, mede omdat de eigenaar mij iedere keer vroeg of we ‘s avonds werkten. Als we dat niet deden ging hij aan de slag met enkele mensen om met behulp van grote branders de pijpen warm te stoken. Als de pijp te warm werd vloog het rubber in de fik hetgeen met grote rookontwikkeling gepaard ging. Ik zat op een avond thuis naar het journaal te kijken toen de brandweer met veel kabaal langs reed. We keken hem na en zagen dat hij het terrein van Discom op draaide. Als er brand was op het terrein wilde ik er bij zijn dus ik sprong in de auto en ging er achteraan.